gekenmerkt

Dutch

Pronunciation

  • (file)

Participle

gekenmerkt

  1. past participle of kenmerken

Declension

Inflection of gekenmerkt
uninflected gekenmerkt
inflected gekenmerkte
positive
predicative/adverbial gekenmerkt
indefinite m./f. sing. gekenmerkte
n. sing. gekenmerkt
plural gekenmerkte
definite gekenmerkte
partitive gekenmerkts
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.