pretpark

From pret (“fun”) +‎ park (“park”).

pretpark (plural pretparke)

1. amusement park

Compound of pret +‎ park.

• IPA^(key): /ˈprɛt.pɑrk/

• Audio

  (file)

• Hyphenation: pret‧park

pretpark n (plural pretparken, diminutive pretparkje n)

1. amusement park

   Voor zijn verjaardag gingen we naar het pretpark.

   For his birthday, we went to the amusement park.

   Het pretpark was gesloten vanwege slecht weer.

   The amusement park was closed due to bad weather.

   Ze waren opgewonden om de achtbaan in het pretpark te proberen.

   They were excited to try the roller coaster in the amusement park.

• attractiepark n

• themapark n