kamerstuk
Dutch
Pronunciation
- IPA(key): /ˈkaː.mərˌstʏk/
- Hyphenation: ka‧mer‧stuk
Noun
kamerstuk n (plural kamerstukken, diminutive kamerstukje n)
Etymology 2
From kamer + stuk, calque of German Kammerstück.
Noun
kamerstuk n (plural kamerstukken, diminutive kamerstukje n)
- (military, jargon, dated) A piece of artillery. [from late 18th c.]
- 2005, Michiel A. G. de Jong, ‘Staat van Oorlog’: wapenbedrijf en militaire hervorming in de Republiek der Verenigde Nederlanden, 1585-1621, Uitgeverij Verloren, page 209:
- Het aangekochte geschut varieerde van kleine steen— en kamerstukken van 600 pond gewicht, die kogels van 1 '/. pond schoten, tot de grote stukken van 6.000 pond gewicht voor kogels van 38 pond.
- (please add an English translation of this quotation)
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.